Overzicht | |
| |
Wormen | |
Lengte | 100 mm |
Kleur | wit, grijs |
Kop | |
Prostomium | rond |
Ogen | 2 paar; het achterste paar op de voorrand het achterste paar op de buikzijde |
Laterale antenne | 2 |
Middelste antenne | ja 'with large basal joint' met oorvormige uitstulping aan elke kant |
Peristomium | afgeknot; met vele borstels; een paar rug cirri; 2 paar tentakelachtige cirri en ctenidia |
Lichaam | |
Lichaamsvorm | lang; dun; tapstoelopend aan de achterkant; rug en buik glad |
Segmenten met borstels | 200 |
1ste segment | met vele holle borstels; een paar smalle antennes aan de zijkant; met paar kleine ctenidia op de rug; een paar brede lamellae aan de binnenkant; een paar lange rug tentakelachtige cirri en korte buik tentakelachtige cirri |
Schubben positie | 1, 3, 4, 6 daarna afwisselend tot het 26ste segment en daarna op elk segment. |
Schubben overlappen | ja; bedekken het lichaam |
Schubben vorm | het eerste paar is rond, de volgende 11-14 paren zijn niervormig met een paar gevorkte papillae aan de buitenrand en een glad oppervlak, de overige schubben hebben een ingesneden (notched) rand met een paar papillae |
Ctenidia | tussen de basis van de rug 'tubercles' en de de 'elytrophores' en een kleine tussnen de ventrale cirri en de lichaamsrand |
Ventrale cirri | ja; op alle segmenten |
Parapodia | vertakt met neuropodia langer dan de notopodia; 'Chaetae variously ornamented capillaries and compounds. Dorsal cirri alternating with scales in anterior end. Ventral cirri present.') 'ctenidial cushions and branchial cirri' |
Notopodia | 3 ctenidia-achtige kussens op het rugoppervlakte van alle segmenten van de notopodia, behalve het 1ste en 2de segement, die hebben er maar 2. Boven de kussens zitten cirri-achtige kiewen op alle met borstels bezette segmenten vanaf het 3de segement; vele borstels, een groep met vingerachtige uitsteeksels aan de achterste rand en het uiteinde. |
Notopodia chaetae | lang, hol, speervormig |
Neuropodia | steken even ver uit als de notopodia; met een gladde twee lobbige voorste lobbe en een sinusvormige rij met borstels. |
Neuropodia chaetae | 3 soorten: 1) een paar simpele enkelvoudig gepunte die afgewisseld worden door rijen stekels 2) samengesteld, met korte bladen, twee puntige top en een gladde steel 3) samengesteld met meerdere scharnierende bladen, tweepuntige toppen en gladde stelen |
| |
Het leven | |
Habitat | sublitoraal tot de continetale rand in zand en modder |
Verspreiding | Atlantische Oceaan van Canada tot Zuid-Afrika, Middellandse Zee, Adriatische Zee, Noordzee tot de Duitse Bocht, Skagerak, Kattegat, Øresund |
| |