Zeenaalden (Sygnathus) zijn lange slanke vissen waarvan het lichaam volledig bezet is met beenachtige platen in plaats van schubben. De snuit is lang en in de vorm van een buis, de vis zuigt hiermee zijn voedsel naar binnen.
Het mannetje zorgt de broedzorg en heeft een broedbuidel. De broedbuidel bestaat uit twee huidflappen op de buik van het mannetje. Het vrouwtje deponeert de eitjes bij het mannetje in de broedbuidel, die ze bevrucht. De bevruchte eitjes ontvangen zuurstof door de bloedvezels van de broedbuidel. Na het uitkomen van de eitjes blijven de jongen nog enige tijd in de broedbuidel.
| Grote zeenaald (Syngnathus acus) Heeft de vis een uitstulping (benige welving) in de nek, snuit langer dan een halve koplengte (gemeten vanaf het kieuwdeksel), 17-21 ringen voor de anaalopening, 39-43 ringen achter de anaalopening? Als de vis langer dan 17 cm is dan is het zeker een Grote zeenaald |  |
| Kleine zeenaald (Syngnathus rostellatus) Heeft de vis geen uitstulping in de nek, snuit korter dan een halve kopplengte (gemeten vanaf het kieuwdeksel), 13-18 ringen voor de anaalopening, 37-42 ringen achter de anaalopening |  |