Overzicht | |
Beschrijving | De stengel is slank en kort en hecht zich met een kluwe aan hard substraat. Het blad is lintvormig, gekronkeld en met golvende randen. Het is een meerjarige soort. |
Synoniemen | Laminaria saccharina |
Bijzonderheden | Als het blad gedroogd wordt verschijnt er een wittig poeder (mannitol), dat gebruikt kan worden als zoetstof. Het is iets minder sterk dan suiker. |
Wieren | |
Lengte | 4 m |
Breedte | 30 cm |
Kleur | Bruin naar de top toe lichter |
Thallus | |
Thallus vorm | Langwerpig ovaal |
Thallus structuur | gekrongeld of glad |
Middenrib | nee |
Vertakking | nee |
Luchtblazen | nee |
Voorplantingsorganen | |
Cellen | |
Het leven | |
Habitat | Groeit in diepe poelen en onder het laagwaterniveau langs beschutte rotsachtige kusten, tot 20 meter diep. Het komt vaak samen voor met Vingerwier. |
Verspreiding | Van Noorwegen tot Zuid-Afrika, Indische Oceaan |
Bronnen | |
Foto verantwoording | Dit wier is gevonden op het Noorse Orrestrand. |