Bruinvis
- Biota - Animalia - Chordata - Vertebrata - Gnathostomata - Tetrapoda - Mammalia - Theria - Cetartiodactyla - Cetancodonta - Cetacea - Odontoceti - Phocoenidae - Phocoena




SynoniemenAndere namen die je in de literatuur tegen kan komen | : | Zeevarken, meervarken |
EtymologieHerkomst van de naam | : | Vroeger heette alles dat in zee zwom een vis, dus ook zoogdieren en alles dat een donkere rugkleur had werd bruin genoemd. Vandaar de naam bruinvis. |
| Lengte | : | 1800 mm |
| Sexe | : | vrouwtjes iets groter dan mannetjes |
| Gewicht | : | 75 kg |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja 1 |
| Meloen | : | nee 2 |
| Snuit | : | kort; stomp 2 |
| Huid | : | ja |
| Kleur | : | De rug is donker bruingrijs tot zwartbruin, de buik helderwit. |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja |
| Kaken | : | ja 3 |
| Tanden | : | ja |
| Bovenkaak | : | ja |
| Aantal | : | 22-28 |
| Onderkaak | : | ja |
| Aantal | : | 21-25 |
| Sensoren | : | ja |
| Licht | : | ja |
| Ogen | : | ja |
| Kleur | : | donker |
| Geluid | : | ja |
| Gehoorbeentjes | : | onder in de kop achter de kaak. |
| Ademhalingsorgaan | : | ja 4 |
| Longen | : | ja 4 |
| Neusgaten | : | ja 5 |
| Vorm | : | Assymmetrisch 5 |
| Geluid | : | knorachtig, vandaar misschien ook de vergelijking met een varken |
| Vinnen | : | ja |
| RugvinVin(nen) op de rug, kunnen er afhankelijk van de soort 1,2 of 3 zijn. | : | ja |
| Beschrijving | : | driehoekig, laag gelijkzijdig, bestaat geheel uit vet en huid |
| StaartvinDe achterste vin waarme het dier zichzelf voortbeweegt | : | ja |
| Beschrijving | : | plat, donker, bestaat geheel uit vet en huid |
| Orientatie | : | horizontaal 1 |
| BorstvinVinnen op de zijkant van de vis dicht bij de kieuwopening (LET OP: bij platvissen is dat dus onder en boven) | : | ja |
| Beschrijving | : | donker, kort, afgerond |
EndoskeletEen versteviging in het lichaam dat niet direct vanaf de buitenkant zichtbaar is | : | ja |
| Botten | : | ja |
| Ruggegraat | : | ja 6 |
| Geslachtsorganen | : | ja |
| Locatie | : | Zitten in een huidplooi, onder, achteraan het lijf |
| Voedsel | : | zandspiering, volwassen haringachtigen (sprot, haring), jonge kabbeljauw, wijting, inktvis en garnalen. Jonge bruinvissen eten vaak grondels. |
| Vijand | : | mens; haaien; orka; grijze zeehond; leven niet goed samen met andere dolfijnachtigen; zeer gevoelig voor geluid (ontploffende mijnen, heien op zee) |
| Habitat | : | leeft in kleine groepen in zoutwater, maar kan tot ver de rivier opzwemmen; ondiepe kustwateren |
| Diepte | : | ≤200 m |
| Temperatuur | : | ≤17 °C |
| Verspreiding | : | Het noordelijke halfrond |
| Geslachtelijke voortplanting | : | ja |
| Paaitijd | : | mei tot begin augustus |
| Bevruchtingswijze | : | De vrouwtjes liggen aan de oppervlakte, de mannetjes zwemmen vanaf onder naar boven om de vrouwtjes te penetreren. Daarbij missen de mannetjes vaak hun doel en springen daardoor uit zee. |
| Draagtijd | : | 11 maanden |
| Juveniele fase | : | bij geboorte (in de Noordzee rond juni) weegt een kalf 5 kg en is 70 tot 80 cm lang. Het drinkt bij de moeder tot een maand of 8, na 4 maanden eten ze ook vis. |
| Levensverwachting | : | 15 jaar; ≤24 jaar |
| Websites | : | |
| Bronnen | : |