home | informatie | vacatures
Nucula nucleus (Linnaeus, 1758)
NL Ovale parelmoerneut
×
168324641 0
168324641 0
×
168324641 1
168324641 1
Lengte:12 mm
Hoogte:13 mm
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar
:ja 1
Schelp:ja 1
   Vorm:tweekleppig; driehoekig
   Tweekleppig:ja 1
   
GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn
:ja 2
   
DikteDikte van het schelp materiaal
:ondoorschijnend
   
SemidiameterCommissuurvlak tot grootste bolling
:3,5 mm
   
SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp
:nee 2
   
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top).
:achter het midden
   
UmboDe top en het gewelfde deel van de schelp die daarop volgt bij tweekleppigen.
:scheef naar achteren gebogen3
   
VoorrandBij tweekleppigen de zijrand waar de sipho's niet uitkomen
:valt minder steil af dan de achterrand
   
AchterrandBij tweekleppigen de zijde waar de sipho's uitkomen
:valt steiler af dan de voorrand
   Onderrand:zeer fijn gekarteld aan de binnenzijde
   Periostracum:ja
      Dikte:dik en vliezig
      Kleur:geelgroen
      Structuur:kan sterk glanzen
   Ostracum:ja
      Kleur:geelbruin, effen of afwisselend lichtere en donkere zones, corresponderend met de groeizones.
      Structuur:weinig of niet glanzend
         
HaaksDe structuur haaks op de groeilijnen
:fijne strepen, vooral aan de randen
   
LunulaBij tweekleppigen een veldje voor de umbo dat min of meer duidelijk begrensd is. Ook bekend als maantje.
:geen fijne strepen
   
AreaEscutcheon of rugveld; Een min of meer duidelijk begrensd langwerpig veld achter de umbonen bij een deel van de tweekleppigen, naast en achter het uitwendig ligament. In het algemeen is het afwijkend van sculptuur van de rest van de schelp.
:geen fijne strepen
   
SlotplaatDe plek waar de tanden van de schelp op staan
:V-vormig (Chevron) 2
   
LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp.
:ja 2
dt>alivinculair
breed en plat, onder andere te zien bij de de lima soorten
duplivincular
dubble band, zoals te zien is bij de arcoidea
multivinculair
bestaande uit vele kleine strengen
: het slot taxodont, is het ligament intern waardoor er voorste en achterste tanden zijn? 3
      
ResiliumHet inwendige ligament dat als een prop bij de umbo zit en de schelpkleppen open drukt.
:ja 2
         Locatie:in een klein kuiltje tussen de tanden 2
      
ResiliumveldEen meestal driehoekig veldje onder de top waarop het resilium zit of zat. Sommige schelpen hebben ook lepelachtige structuur die we een chondrofoor noemen.
:ovaal
      
ChondrofoorEen ronde, lepelachtige uitgroeiing onder de top waarop het resilium zich bevindt of bevond.
:klein
   
TandenHet soort tanden van de schelp taxodont, heterodont, anodont, etc.
:Taxodont 3
      Aantal voor:20-25
      Aantal achter:10-15
      Beschrijving:lang en haakvormig gebogen, sterk in grote variërend
   
HypostracumDe binnenste van de drie lagen (niet altijd aanwezig) ook wel parelmoerlaag genoemd. Deze laag is opgebouwd uit koolzure kalk die is afgezet in zeer dunne bladvormige kristallen. Wordt gemaakt door de gehele mantel.
:ja 2
      Materiaal:parelmoer 2
   Sluitspierindruksels:ja
      Aantal:2
   Mantellijn:ja
      Beschrijving:enkelvoudig
      Mantelbocht:nee
Lichaam:ja 1
   Mantel:ja 1
   Voet:ja
      Vorm:min of meer cylindrisch, ver uitstrekbaar buiten de schelp. Aan het uiteinde 2 lobben met een gekartelde omtrek.
   Siphonen:ja
      Beschrijving:Aan weerszeiden van het lichaam een kort en lang filament. De langste is zeer buigzaam, bewegelijk en ver uitstrekbaar waarmee op de bodem naar voedsel wordt getast.
Darmkanaal:heeft overlangse lijsten, welke in lumen uitsteken. De uitwerpselen, lange compacte worstjes, hebben dan ook lengte groeven.
Voedsel:de ctenidia worden niet gebruikt voor voedsel filtering, de voedsel vergaring wordt gedaan door de mondlobben.
Vijand:Platvissen
Habitat:Van de getijdenzone tot 150 meter of meer, in modder of zand, in groepen.
   Vindplaatsen:Van IJmuiden tot Hoek van Holland, tamelijk zeldzaam, in Zeeland weleens fossiel. Te vinden in fijn en licht materiaal3. Tevens bekend van Texel en Terschelling (beide zeldzaam)I
   Verspreiding:Atlantische kust van Europa, van Noorwegen tot Algiers. Ook in de Middellandse Zee. Niet in de Oostzee.
Tijdvak:vanaf midden-plioceen, eem
Voortbeweging:De voet wordt schuin naar voren in het zand gestoken met de twee lobben tegen elkaar aan. Op het verste punt wijken de twee lobben uiteen en vormen een anker. Door retractie van de voet wordt de schelp het zand in getrokken.
Bevruchting:juni - augustus
Levensverwachting:10 jaar
Literatuur:
Foto verantwoording:Foto's door Rien de Ruijter
Bronnen:
  1. https://strandwerkgemeenschap.nl/Bivalvia
  2. https://strandwerkgemeenschap.nl/tweekleppigen/Nuculidae
  3. https://strandwerkgemeenschap.nl/tweekleppigen/Nuculoidea
© 2006 - 2025 strandvondsten.nl / Powered by huwatoco.nl / info@huwatoco.nl