Vormen | : | Aculeata (Müller): oppervlak bezet met vele doornachtige uitsteeksels. |
Lengte | : | 25 mm |
Hoogte | : | 25 mm |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
Schelp | : | ja 2 |
Vorm | : | tweekleppig; rond; past zich makkelijk aan aan de ondergrond waarop het gehecht zit 2 |
Tweekleppig | : | ja 1 |
GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn | : | nee 2 |
Beschrijving | : | Rechterklep plat met een gat voor de byssus; Linkerklep bol zonder gat 2 |
Convexiteit | : | 2 |
Links | : | bol 2 |
Rechts | : | plat 2 |
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top). | : | in het midden, spits, staat iets naar binnen |
UmboDe top en het gewelfde deel van de schelp die daarop volgt bij tweekleppigen. | : | rond; onduidelijk 2 |
Bovenrand | : | recht |
VoorrandBij tweekleppigen de zijrand waar de sipho's niet uitkomen | : | rond |
AchterrandBij tweekleppigen de zijde waar de sipho's uitkomen | : | rond |
Onderrand | : | aangepast aan het oppervlak |
CommissuurRaaklijn waarlangs de kleppen op elkaar vallen, dit ligt vaak in 1 vlak, het zogenaamde commissuurvlak. | : | afhankelijk van het leef oppervlak |
Ostracum | : | ja |
Kleur | : | Bleekwit of geel, soms iets groen. Bijna altijd iets doorschijnend. |
Structuur | ||
Links | : | schilferig |
LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp. | : | ja 2 |
TensiliumHet uitwendige ligament dat als een band zichtbaar is en de schelpkleppen open trekt. | : | nee 2 |
ResiliumHet inwendige ligament dat als een prop bij de umbo zit en de schelpkleppen open drukt. | : | ja 2 |
Locatie | : | een smalle groeve aan de binnenzijde van de bovenrand |
TandenHet soort tanden van de schelp taxodont, heterodont, anodont, etc. | : | 0 2 |
HypostracumDe binnenste van de drie lagen (niet altijd aanwezig) ook wel parelmoerlaag genoemd. Deze laag is opgebouwd uit koolzure kalk die is afgezet in zeer dunne bladvormige kristallen. Wordt gemaakt door de gehele mantel. | : | ja |
Materiaal | : | parelmoer |
Sluitspierindruksels | : | ja |
Achterste | : | ja |
Beschrijving | : | klein; glad |
Byssusindruksels | : | ja |
Vorm | : | groot, glad |
Structuur | : | groot, glad |
Byssusopening | : | ja |
Beschrijving | : | In de rechterklep; ovaal; bij de top van de klep |
Mantellijn | : | ja |
Beschrijving | : | nauwelijks waarneembaar |
Lichaam | : | ja 2 |
Mantel | : | ja 1 |
Byssusklier | : | ja 2 |
Byssus | : | gaat door een gat in de rechterschelp 2 |
Ademhalingsorgaan | : | ja |
Kieuwen | : | ja |
Vorm | : | enkelvoudig, bestaat uit 1 plaat aan elke zijde. Het rechterblad is kleiner dan het linker. |
Habitat | ||
Vindplaatsen | : | vaak te vinden op aangespoelde stukken plastic |
Tijdvak | : | vanaf het Plioceen en de Eemlagen |
Bevruchting | : | het gehele jaar door, vooral in het begin van de herfst |
Literatuur | : |
|
Bronnen | : |