Lijkt op een lange, slanke garnaal. Het dier heeft veervormige poten. De ogen zijn opvallend.
Lengte | : | 24 mm |
Lichaam | : | transparant; met chromatoforen op de buikzijde van de thorax, op het telson en op de uropoden |
Carapax | : | ja |
Beschrijving | : | langwerpig met bijna parallelle zijden |
Kop | : | ja |
Segment 1 | : | ja |
Rostrum | : | ja |
Beschrijving | : | afgerond, tussen twee korte, laterale stekels |
Segment 3 | : | ja1 |
Antenna 2 | : | ja1 |
Antenneschub | : | ja1 |
Beschrijving | : | een afgeplatte exopodiet (antenneschub)1 |
Abdomen | : | ja |
Segment 6 | : | ja |
Telson | : | naar de top taps toelopend, met een diepe, brede inkeping aan het einde |
Uropode | : | ja1 |
Beschrijving | : | aan de basis van de binnenste tak van iedere uropode een opvallende statocyst1 |
Habitat | : | in getijdenpoelen en ondiepe kustwateren; tussen tweetand zeedraad; |
Saleniteit | : | in brak- en zoutwater |
Verspreiding | : | Noordelijk tot Noorwegen |
Literatuur | : | - Hayward, Peter & Nelson-Smith, Tony & Shields, Chris. (1999). Gids van Kust en Strand Flora en Fauna: Tirion Uitgevers BV, Baarn.
- Borghouts-Biersteker, C.H.. (1983). Aasgarnalen (Mysidacea) , Tabellenserie nr 25: SWG.
|
Bronnen | : | - https://strandwerkgemeenschap.nl/Mysida
|