De huisjes op het Egmondse strand moesten alweer afgebroken worden. Het was 4 september 2009 en iedereen was druk in de weer. Een zware storm was 's nachts over ons getrokken met een westenwind. Volgens de gegevens van het KNMI en Windguru is er in de voorgaande weken voornamelijk sprake geweest van ZW en WZW wind. Er was veel riemwier aangespoeld. Dus patella jacht.
Na het eten besloten Anneke en ik dat we nog even over het strand gingen lopen. Veel rust hadden we niet in ons, dus uitgebreidt zoeken deden we niet. De eerste vondst was een set boeien tussen het wier volledig met elkaar in de knoop zaten.
De tweede vondst was opmerkelijker. Tussen de afgang van Egmond Binnen en de mast van het Argus project lag een gele volledig ingedeukte jerrycan met wat aangroeisel. Ik liet hem leeglopen, want er zat nog zeewater in. Het was echter te donker van binnen om te kunnen zien of er iets in zat. Het enige wat eruit kwam was een jong krabbetje. Toen ik de jerrycan echter weer terug draaide hoorde ik wat rammelen. Schuddend en bewegend kon ik het rammelende ding voor de opening krijgen en zo zaggen we tot onze verbazing de vleugels en de top van een mantel. De mantel was zo groot dat hij niet door de opening paste, dus moest de jerrycan mee.
Bij ons huisje aangekomen werd de bodem uit de jerrycan gezaagd en met moeite kon ik de mantel tevoorschijn halen. De schelp stond wijd open en er waren geen vleesresten meer aanwezig. Nu de mantel veilig uit de jerrycan verwijderd was kon de jerrycan verder gesloopt worden en dit leverde nog een verrassing op namelijk vijf volwassen (tot 35 mm) Noordse rotsboorders die nog wel in leven waren.
De eerste gedachte bij de mantel was een wijde mantel, maar de ribben waren fijn en onregelmatig. Helaas hebben we op het strand niet al onze boeken en degene die we er hebben vermeldden geen andere mantels die op onze vondst leken. Dus was het wachten tot we weer thuis zouden zijn met de schelp.
18 september nam ik de Schelpen Encyclopedie van Rykel de Bruyne ter hand en kwam tot de conclusie dat het een IJslandse mantel (Chlamys Islandica) moest zijn. De tekst geeft aan: oortjes zeer ongelijk, groot aantal ongelijke ribben, op de ribben vage schubjes, kleppen vaak ongelijk van kleur. Dat paste helemaal, maar de foto had me eigenlijk al overtuigd.
Henk Dijkstra bevestigde definitief de eerste vondst van een IJslandse mantel op het Nederlandse strand.
Volgens het CS en Naturalis is er nog nooit eerder een IJslandse mantel op onze Nederlandse stranden gevonden.
Met dank aan: