Zandgarnalen (Crangonidae) Hebben de eerste twee pereiopoden hebben scharen (chelaat) of geen schaar (simpel); is het rostrum kort, dolkvormig en gaafrandig; is de staart waaiervormig; zijn de ogen goed ontwikkelde; hebben ze lange antennen? Het zijn bodembewoners en in staat om van kleur te veranderen dankzij pigmentcellen (chromatoforen) | |
Steurgarnalen (Palaemonidae) Zijn de snijkanten van de scharen niet gekarteld; heeft pereiopode 1 een goed ontwikkelde schaar; en is de carpus van pereiopode 2 niet onderverdeeld in segmenten? | |
(Pandalidae) Scharen van het eerste paar pereiopoden microscopisch klein of afwezig. Rostrum met enige beweegbare stekels op de bovenrand. | |