SynoniemenAndere namen die je in de literatuur tegen kan komen | : | Noordzeegarnaal, Gewone garnaal |
Lengte | : | 90 mm |
Kleur | : | De kleur is grijs tot bruinachtig met kleine bruine en zwarte stippen of vlekjes. Kan van kleur veranderen om zich aan te passen aan de omgeving. |
Lichaam | : | ja 1 |
CarapaxHet schild dat ligt over de borst (thorax) en de kop aan de rug (dorsale) zijde. In de Nederlandstalige literatuur kom je ook wel de term kopborststuk tegen | : | ja 2 |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja |
Segment 1 | : | ja |
RostrumUitstekende punt van het carapax tussen de ogen | : | ja |
Stekels | : | 1 stekel, naar voren gericht; midden op het rugschild |
Segment 3 | : | ja |
Antenna | : | ja |
Lengte | : | lang |
ThoraxBorst | : | ja |
Segmenten | : | ja |
Poten | : | 10 |
Segment 1 | : | ja 2 |
Maxillipede 1Een thoracopod die omgevormd is tot een kaakpoot | : | ja 2 |
Segment 2 | : | ja 2 |
Segment 3 | : | ja 2 |
Segment 4 | : | ja |
Pereiopode 1 De 1ste pereiopoden (looppoten). De pereiopoden zijn die ledematen waarmee het dier daadwekelijk loopt op de bodem. Wordt ook wel een gnathopode genoemd (Amphipoden). Bij de krabben (Brachyura) zijn dit de schaarpoten. | : | ja |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 2 |
PropodusKan uitgegroeid zijn en samen met de Dactylus een schaar vormen | : | Vergroeid tot schaar; lijken op haakjes |
Segment 5 | : | ja 2 |
Pereiopode 2 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 2 |
Segment 6 | : | ja 2 |
Pereiopode 3 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 2 |
Segment 7 | : | ja 2 |
Pereiopode 4 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 2 |
Segment 8 | : | ja 2 |
Pereiopode 5 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 2 |
Abdomen | : | ja 2 |
Segment 6 | : | ja 2 |
Telson | : | 1 2 |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja |
Beschrijving | : | 2 langwerpig driehoekige monddelen met haartjes aan de voorrand |
Sensoren | : | ja 2 |
Licht | : | ja 2 |
Ogen | : | ja 2 |
Oogsteel | : | ja 2 |
Ademhalingsorgaan | : | ja |
Kieuwen | : | ja |
Vorm | : | plaatvormig |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
Materiaal | : | chitine, amorf calciumcarbonaat, calciet 1 |
Habitat | : | In kustwateren op een zandige of slib bodem, ook op grindbodems; tot 250 meter diep |
Saleniteit | : | ook in brakwater |
Voortbeweging | : | Eet 's nachts en is overdag in gegraven in het zand met alleen de ogen en voelsprieten boven de grond. |
Eieren | : | ja |
Kleur | : | wit tot oranje |
Beschrijving | : | vrouwtjes leggen maximaal 3 maal per jaar eieren; eieren worden vastgehouden tussen de voorste zwempoten; |
Geboorte | : | na ruim een maand |
Larvale fase | : | tot 2 maanden en vijf vervellingen planktonisch; daarna op de bodemlevend |
Literatuur | : |
|
Bronnen | : |