Obelia geniculata (Linnaeus, 1758)
Geknoopte zeedraad 
- Biota - Animalia - Cnidaria - Medusozoa - Hydrozoa - Hydroidolina - Leptothecata - Campanulariidae - Obelia| Generatiewisseling | : | ja 1 |
LuminescentieKan het dier zelf licht produceren | : | ja 2 |
| Steel | : | ja |
| Aanhechting | : | platte wortelmassa (kan een doorsnede bereiken van 30 cm) |
| Hoogte | : | 50 mm; ≤3 mm |
| Vorm | : | Zigzag steeljes op en een hydrorhiza-netwerk; De zigzag-vorm ontstaat door asymetrische verdikkingen van de steel aan de poliep kant. |
| Kleur | : | van onder naar boven licht bruin tot vuilwit/doorschijnend wit |
| Vertakt | : | soms |
| Beschrijving | : | elke vertakking groeit uit tot een gastrozooid (voeding, buikpoliepen) of een gonozooid (voorplanting, reproductiepoliepen) 2 |
| Thecae | : | ja 3 |
| Hydrothecae | : | ja 3 |
| Steel | : | ja 3 |
| Vorm | : | klokvormig 3 |
| Operculum | : | nee 3 |
| Sarcothecae | : | nee 3 |
PoliepEen poliep is een mogelijke fase in het leven van een neteldier (Cnidaria). De meeste poliepen zitten op een vaste ondergrond, er zijn er ook die ronddrijven in de zee, de meest bekende variant is waarschijnlijk het portugese oorlogsschip dat vaak een kwal wordt genoemd maar feitelijk een verzameling poliepen is. De basis bouw van een poliep is een buis met aan de onderkant een voet en aan de bovenkant een mondopening met tentakels. | : | ja ×   |
| Tentakels | : | massief 1 |
| Voedingspoliep | : | ja 2 |
| BeschrijvingSynoniemen voor de gastrozooids zijn trophozooids en hydranthen | : | Alle voedingspoliepen binnen één kolonie zijn onderling verbonden door een gastrovasculaire holte 2 |
| Symmetrie | : | veelzijdig 2 |
| Mond | : | kan actief open en dicht gaan om voedsel op te nemen 2 |
| Tentakels | : | ongeveer 30 stekende tentakels gelegen rond de mond 2 |
| Kleur | : | geelachtig 2 |
| Voortplantingspoliep | : | ja 2 |
| BeschrijvingSynoniem voor de gonozooids is blastozooids | : | verantwoordelijk voor de voorplanting. Komen in kleinere aantallen voor dan de voedingspoliepen. Produceren kwallen (hydromeduse). 2 |
| Locatie | : | In de bladoksel van de voedingspoliep 2 |
| ThecaeBehuizing van de poliep(en) | : | ja |
| HydrothecaeBehuizing van de (voedings)poliepen | : | ja |
| Locatie | : | op de 'knieën' van de steeljes |
| Steel | : | geringd |
| Hoogte | : | kort |
| Vorm | : | ondiep; randglad |
| GonothecaeBehuizing van de voorplantingspoliepen | : | ja |
| Locatie | : | vlak bij de hydrothecae |
| Vorm | : | langwerpig |
| Rand | : | met een kraagje |
| Voedsel | : | snel bewegend klein plankton 2 |
| Kolonie | : | ja 1 |
| Beschrijving | : | Vastzittende poliep. Poliep in meerdere of mindere mate beschermd door een periderm 1 |
| Habitat | : | Vanaf laag litoraal op grote bruinwieren zoals Laminaria. Groeit ook op drijvende voorwerpen zoals wier en plastic. |
| Diepte | : | ≤80 m 2 |
| Verspreiding | : | Ze komen talrijk voor in de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan 2 |
| Voortplanting | : | De ongeslachtelijke voortplanting door knopvorming. De meduse ontstaat door knopvorming aan de poliep 1 |
| Geslacht | : | de medusa is mannelijk of vrouwelijk 2 |
| Bevruchting | : | vrij in de waterkolom 2 |
| Zaadcellen | : | hebben een flagel en kunnen zich dus voortbewegen opzoek naar een eicel 2 |
| Embryonale fase | : | ja 2 |
| Zygote fase | : | ja 2 |
PlanulaDe planktonische larf die voorkomt uit de gameten (bevruchte cel) van een kwal en die een poliep moet worden. | : | ja 2 |
| Beschrijving | : | begint vrijzwemmend, maar het dier gaat opzoek naar een vestigingsplek op bijvoorbeeld rotsen, schelpen en andere harde ondergronden en ontwikkelt tot een poliep 2 |
| Websites | : | |
| Literatuur | : |
|
| Bronnen | : |