Overzicht | |
Evolutie | Oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, waar de Grieken het eerst gebruikte als medicijn en de Romeinen het later gebruikte als Veevoer. Het is de voorouder van de suikerbiet, voederbiet, snijbiet en rode biet; jonge bladeren kunnen als salade gegeten worden, ouder bladeren moeten eerst gekookt worden daar zij bitter smaken door veel tannine en ijzer. |
De plant | |
Hoogte | 800 mm |
Wortelstelsel | |
Wortel | niet of weinig verdikt |
Steel | |
Stengelgroei | rechtop |
Stengelkleur | groen of rood gestreept |
Stengelvorm | geribd |
Stengeldoorsnede | dun |
Bladeren | |
Bladstand | afwisselend; rozet |
Bladschijf | iets vlezig |
Blad lengte | 100 mm |
Blad breedte | 50 mm |
Bladvorm | pijlpunt-vormig; hartvormig; eivormig |
Bladrand | vlak of licht gegolfd |
Bladtop | toegespitst; stomp |
Bladkleur boven | glanzend donkergroen |
Bladkleur onder | donkergroen |
Bloeivorm | |
Bloem | tweeslachtig |
Bloemvorm | aar |
Bloemkleur | groen of roodachtig |
Bloem aantal | kluwens met 1-3 bloemen |
Aar | smal; vertakt; bebladerd |
Mannelijke geslachtsorganen | |
Vrouwelijke geslachtsorganen | |
Zaden of vruchten | |
Vruchten | eenzadig; kurkachtig; |
Vruchttype | nootje |
Zaad | langlevend (> 5 jaar); roodbruin |
Zaad lengte | 2 mm |
Zaad beharing | glad |
Het leven | |
Levensvorm | therofyt of hemikryptofyt |
Bevruchting | door de wind |
Bloeiperiode | juni-september |
Kieming | tweezaadlobbig |
Levensverwachting | een-, tweejarig of vast (afhankelijk van gebied) |
Habitat | Op open, zonnige, vochtige en voedselrijke plaatsen. Zeedijken; zeeduinen; kiezelstranden; kwelders (op de drogere delen); haventerreinen |
Verspreiding | Middellandse Zee; West-Europese kust; Oostzee |
Bronnen | |
Foto verantwoording | Biede foto's zijn van Ameland. De bovenste is gemaakt door Theo Kiewiet (2012), de tweede door Sylvia van Leeuwen (2014) |