Overzicht | |
De plant | |
Hoogte | 1500 mm |
Wortelstelsel | |
Worteldiepte | tot 50 cm |
Steel | |
Stengel | vrijwel kaal |
Wortelstokken | wit; sterk vertakt; lang |
Bladeren | |
Bladoortjes | 2, aan de voet |
Bladtong | zeer kort |
Blad breedte | tot 2 cm |
Bladvorm | bij droog weer opgerold, bij vochtig weer uitgevouwen |
Bladtop | stekend |
Bladkleur boven | grijsblauw |
Bladkleur onder | grijsblauw |
Bladoppervlak | op de bovenkant zitten ribben, even hoog als breed, met en platte bovenkant; |
Bloeivorm | |
Bloem | Tweeslachtig |
Aar | Het topaartje staat afzonderlijk |
Aar lengte | tot 30 cm lang |
Aar bloemen | 2 tot 6 stuks |
Aar as | op elk gewricht 2 aartjes naast elkaar; in het midden 3 bij elkaar |
Kelkkafjes | behaard; lopen uit in een scherpe punt; bijna net zo lang als de hele aar; 3 tot 5 nerven |
Mannelijke geslachtsorganen | |
Helmknop | tot 8 mm lang |
Vrouwelijke geslachtsorganen | |
Zaden of vruchten | |
Vruchten | graanvrucht; eenzaadlobbig |
Het leven | |
Levensvorm | Geofyt, Hemikryptofyt |
Bloeiperiode | mei-juli |
Levensverwachting | overblijvend |
Habitat | Droge, stuivende zandgrond van de duinen of de duinvoet (licht brak) |
Dichtheden | vormt grote groepen |
Verspreiding | Voornamelijk de Noordwestelijke Atlantische kust. Van Noord-Noorwegen tot de grens van Bretagne en Normandië in Frankrijk. |
Bronnen | |
Foto verantwoording | Theo Kiewiet, Ameland (2013/2014) |