Kleur | : | transparant |
KwalEen mogelijk fase in het leven van de neteldieren (Cnidaria). De kwal komt meestal voort uit een poliep. Via een proces wat strobulatie wordt genoemd laat de poliep kwallen los in zee. Bij sommige soorten blijft de kwal verbonden aan de poliep. Een kwal kan dus vrijzwemmend zijn of niet. De kwal produceert mannelijke en vrouwelijke geslachtsproducten. De larve die voortkomt uit een mannelijke en vrouwelijke cel wordt een planula genoemd. | : | ja |
Scherm | : | ja |
Lobben | : | 2, lepelvormig; ingetrokken lijkt de kwal iets ovaal, open lijkt de kwal op een klokje. |
Ribben | : | 8; 4 kort en 4 lang; Over de lobben lopen de lange, 2 per lob. |
Zwemplaatjes | : | ja |
Aantal | : | 8 rijen |
Voedsel | : | Vleeseter; copepoden, ribkwallen, viseieren, vislarven, sperma. Een zeer vraatzuchtige soort die per dag tien keer het eigen lichaamsgewicht kan eten. |
Habitat | ||
Saleniteit | : | Zout tot brakwater |
Temperatuur | : | 2-32 °C |
Verspreiding | : | Komt het hele jaar voor, behalve in januari, met de grootste dichtheid tussen augustus en oktober |
Exoot | : | ja |
Herkomst | : | Oorspronkelijkede afkomstig uit estuariene gebieden aan de Atlantische kusten van Noord- en Zuid-Amerika. Waarschijnlijk met balastwater meegekomen werd de soort in de Zwarte Zee in 1982 waargnomen, door de vraatzucht daalde de hoeveelheid Ansjovis enorm. In 1997 kwam de soort masaal voor in de Kaspische Zee en sinds 2005 in de Grevelingen, waarna de Noordzee en de Waddenzee volgenden. |
Voortbeweging | : | Door de zwemplaatjes in golven van boven naar beneden te bewegen kan het dier zich actief verplaatsen. |
Geslacht | : | hermafrodiet, parthenogenetisch |
Bevruchtingswijze | : | pelagisch; vormt direct na bevruchting een jonge kwal |
Groei | : | komt het hele jaar voor (behalve januari), talrijk vanaf augustus met een duidelijke piek in oktober |
Levensverwachting | : | eenjarig |
Websites | : |