Overzicht | |
Vindplaatsen | Gorishoek, Yerseke |
Bijzonderheden | Oorspronkelijke afkomstig van de Oost-Aziatische kusten (Japan-China-Korea) en nabij het eiland Sakhalin en de Koerillen. In 1924 werd deze exoot voor het eerst buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied aangetroffen langs de Pacifische kust van de Verenigde Staten (Puget Sound). In de daaropvolgende decennia heeft de soort zich geleidelijk verder weten te verspreiden, met o.a. meldingen uit Canada (British Columbia; 1931), Oregon (1931-1934) en Californië (1941). Een halve eeuw later was Europa kwam aan de beurt, met de eerste vondst in Frankrijk (Marennes-Oléron; 1995). Inmiddels zijn ook de Ierse kust en de Engelse zuidkust bereikt, evenals de Nederlandse wateren (Yerseke). In alle gevallen gaat het om verspreiding middels (import door de mens van) oesters, waarop de soort predeert.A |
| |
De Schelp | |
Hoogte | 48 mm |
Breedte | 23 mm |
Dikte | stevig tot dikschaligA |
Kleur | Al dan niet egaal crème, geelgrijs, licht- of donkerbruin of met banden. Juvenielen, soms ook volwassen exemplaren, hebben vaak afwisselend lichte en bruine kleurbanden.A |
Windingen | 7, hoekig, trapsgewijsA |
Apex | spits en vrijwel glasA |
Protoconch | |
Embryonale windingen | 2, smal1 |
Embryonale winding sculptuur | glad1 |
Teleoconch | |
Parallelle sculptuur | 4-12 ribben, maar gewoonlijk 8 forse ribben op de lichaamswindingA |
Haakse sculptuur | 4-7 richels en enkele onderbroken fijnere lijntjesA |
Lichaamswinding | |
Mondopening | ovaal, meestal donkerder (bruin tot paarsbruin) gekleurdA |
Mondrand | Aan de binnenzijde komen ca. 5 knobbeltjes voor, die ter hoogte van de vierde hoofdspiraal min of meer tandvormig zijnA |
Siphokanaal | gootvormig, bij volwassenexemplaren buisvormigA, soms open1 |
Siphokanaal hoogte | 0,22 tot 0,33 in verhouding tot de totale hoogte1 |
Operculum | |
Operculum aanwezig | jaA |
Operculum kleur | bruinA |
Operculum materiaal | hoornachtigA |
| |
Het Weekdier | |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
| |
Het leven | |
| |