Overzicht | |
Beschrijving | Een in kalkborende spons waarvan je meestal alleen de uitgeboorde schelpen op het strand vind. Het levende dier zit ingeboord in een schelp of kalksteen waardoor je vaak alleen de in- en uitstroomopeningen ziet. Het dier kan ook over een oppervlakte groeien en vormt dan meestal tot 1 mm dikke plakkaten. |
Oppervlakte | |
Kleur | geel, soms ook groeing, blauwig, of iets oranje |
Instroomopening | doorsnede tot ca. 1 cm |
Osculum | doorsnede tot ca. 2 cm |
Spicula | |
| |
Het leven | |
Habitat | Van het intergetijden gebied tot 100 meter diepte, in helder water met een laag slibgehalte. Leeft ingeboord in kalksubstraat (kalksteen of schelpen). De spons boort met zwavelzuur gangen in het substraat en leeft daarin. Het enige zichtbare deel zijn dan ook de in- en uitstroom openingen. |
Saleniteit | lager dan 10 tot 15 ‰ worden niet overleeft, 20-25 ‰ zijn optimaal (Wikipedia) |
Temperatuur | Bij hogere temperaturen groeit de spons sneller |
Verspreiding | Atlantische Oceaan, zowel westelijk (zuidelijk tot de Golf van Mexico) als oostelijk zuidelijk tot en met de Middellandse Zee, westelijke Oostzee, Pacifische kust tot Californië. |
| |