Overzicht | |
Soorten |
|
Tijdvak | vanaf het Tertiair |
Bijzonderheden | De schelp is een slimme "surf-rider". Met zijn voet kan hij uit het zand springen en de binnenkant van een golf berijden waarbij zijn voet en zijn verlengde siphonen dienst doen als zeil (Marchant, 2000). |
| |
De Schelp | |
Basis vorm | kort, of gestrekt driehoekig |
Dikte | stevig |
Onderrand | fijn gecrenuleerd |
Achterrand | vaak toegespitst |
Umbo | weinig opgeblazen |
Apex | centraal of excentrisch |
Periostracum | |
Periostracum dikte | dun, dikwijls verdwenen bij volwassen exemplaren |
Periostracum kleur | geelachtig-groen |
Ostracum | |
Ostracum kleur | wit, geelachtig, bruinrood, of paars, effen of gevlekt, of met radiaire strepen |
Oppervlakte sculptuur | sommige soorten glansloos, anderen iets glanzend |
Lunula | bij Europese soorten niet duidelijk ontwikkeld, bij tropische soorten echter zeer markant |
Area | bij Europese soorten niet duidelijk ontwikkeld, bij tropische soorten echter zeer markant |
Binnenkant kleur | wit of rose of paars |
Binnenkant structuur | glanzend |
Slot | |
Ligament | bij verschillende soorten half uitwendig, half tussen de mediane schelpranden ingeklemd, achter de top gelegen (opisthodeet) |
Tensilium plek | achter de top |
Cardinale tanden | 2 |
Laterale tanden | kunnen voorkomen |
Mantelbocht | diep en breed |
Sluitspieren | |
Sluitspierindruksels | 2 |
| |
Het Weekdier | |
Siphonen | gescheiden, ongelijk van lengte |
Byssus | nee |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
| |
Het leven | |
Habitat | Meestal in ondiep water; zandbodems |
Verspreiding | Alle zeeën der wereld, vooral in de tropen |
| |