Gracilariaceae Nägeli, 1847
Knoopwieren 
- Biota - Plantae - Biliphyta - Rhodophyta - Eurhodophytina - Florideophyceae - Rhodymeniophycidae - Gracilariales| Knoopwier (Gracilaria verrucosa) Is het wier voorzien van vertakkingen tot aan de toppen en zijn er, vooral op de hoofdtak, zwarte knoopjes (dit laatste kenmerk alleen in de zomer)? | Ja |
| Langgerekt knoopwier (Gracilariopsis longissima) Is het wier niet voorzien vertakkingen tot aan de toppen en zijn er geen zwarte knoopjes (dit laatste kenmerk alleen in de zomer)? |  |
| Thallus | : | ja 1 |
| Vruchtlichaam | : | ja 1 |
| Tetrasporen | : | ja 1 |
| Beschrijving | : | Door meiose wordt in de tetrasporofytische (diploïde) fase tetrasporen gevormd. Na de meiose ontstaan er 4 sporen die te verdelen zijn in 3 soorten: kruisvormig, zonaat en tetraëdrisch 1 |
| Cellen | : | ja 1 |
| Chloroplast | : | ja 1 |
| Chlorofyl a | : | ja 1 |
| Phycoerythrin | : | ja 1 |
| Phycocyanin | : | ja 1 |
| Bronnen | : |