Lengte | : | ≤10 cm1 |
Kleur | : | licht tot helderrood1 |
Thallus | : | ja |
Kliercellen | : | ja |
Locatie | : | Verspreid over het thallus2 |
Vertakking | : | ja |
Beschrijving | : | Vertakkingen (filamenten) liggen in één vlak; meestal staan de vertakkingen tegenover elkaar; deze vertakking is een determinatie kenmerk voor deze soort binnen de Ceramiaceae1 |
Filamenten | : | ja |
Beschrijving | : | bestaan uit rijen van één cel2 |
Schorscellen | : | nee |
Vruchtlichaam | : | ja3 |
Tetrasporen | : | ja3 |
Beschrijving | : | Door meiose wordt in de tetrasporofytische (diploïde) fase tetrasporen gevormd. Na de meiose ontstaan er 4 sporen die te verdelen zijn in 3 soorten: kruisvormig, zonaat en tetraëdrisch3 |
Cellen | : | ja3 |
Chloroplast | : | ja3 |
Chlorofyl a | : | ja3 |
Phycoerythrin | : | ja3 |
Phycocyanin | : | ja3 |
Habitat | : | Onder de laagwaterlijn tot enkele meters diep1 |
Verspreiding | : | West-Europa1 |
Foto verantwoording | : | Foto's van Frank Perk |
Bronnen | : |