Saccharina latissima (Linnaeus) C.E.Lane, C.Mayes, Druehl & G.W.Saunders, 2006

Suikerwier
De stengel is slank en kort en hecht zich met een kluwe aan hard substraat. Het blad is lintvormig, gekronkeld en met golvende randen. Het is een meerjarige soort. Als het blad gedroogd wordt verschijnt er een wittig poeder (mannitol), dat gebruikt kan worden als zoetstof. Het is iets minder sterk dan suiker.
Synoniemen | : | Laminaria saccharina |
Lengte | : | 4 m |
Breedte | : | 30 cm |
Kleur | : | Bruin naar de top toe lichter |
Thallus | : | ja |
Vorm | : | Langwerpig ovaal |
Structuur | : | gekrongeld of glad |
Middenrib | : | nee |
Luchtblazen | : | nee |
Vertakking | : | nee |
Cellen | : | ja1 |
Chloroplast | : | ja1 |
Chlorofyl a | : | ja1 |
Chlorofyl c | : | ja1 |
Fucoxanthin | : | ja1 |
Habitat | : | Groeit in diepe poelen en onder het laagwaterniveau langs beschutte rotsachtige kusten, tot 20 meter diep. Het komt vaak samen voor met Vingerwier. |
Verspreiding | : | Van Noorwegen tot Zuid-Afrika, Indische Oceaan |
Foto verantwoording | : | Dit wier is gevonden op het Noorse Orrestrand. De laatste 3 foto's zijn van Frank Perk |
Bronnen | : | - https://strandwerkgemeenschap.nl/Phaeophyceae
|