Overzicht | |
Beschrijving | vast zittende exemplaren altijd kleiner dan losgescheurde thallusstukken |
Bijzonderheden | Eetbaar |
Wieren | |
Breedte | 300 mm |
Kleur | Bleek- tot donkergroen, met witte randen na het vrijkomen van de voortplantingsproducten. |
Thallus | |
Thallus vorm | breed; plat; |
Thallus dikte | 2 cellagen; lagen niet te scheiden |
Thallus structuur | vliezig, stevig en gerimpeld |
Vertakking | vertakt of onvertakt |
Voorplantingsorganen | |
Cellen | |
Cel lengte | 10-30 µ in oppervlakte aanzicht |
Cel ordening | onregelmatig of in rijen gerangschikt |
Het leven | |
Habitat | Hecht zich met een klein hechtorgaan aan rotsen of stenen; Komt voor op alle waterniveaus en verdraagt zelfs brakwater; eulitoraal en sublitoraal; |
Verspreiding | in Nederland algemeen |
Bronnen | |