SynoniemenAndere namen die je in de literatuur tegen kan komen | : | gekerfde zeepok |
Kleur | : | wit |
Lichaam | : | ja 1 |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja 1 |
CirriEen soort kromme klauwachtige pootjes | : | ja 2 |
Aantal | : | 6 2 |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 3 |
Doorsnede | : | 20 mm |
Materiaal | : | chitine, amorf calciumcarbonaat, calciet 1 |
Opening | : | ruitvormig |
Wandplaten | : | ja 3 |
Aantal | : | 6 3 |
Beschrijving | : | laag tot kegelvormig; glad en bij grote exemplaren zwak geribbeld; tussen de platen zitten duidelijke kerven; holle lengte kanalen |
Radius | : | bovenrand scheef |
Scutum | : | ja |
Beschrijving | : | met parallelle ribbels |
Tergum | : | ja |
Beschrijving | : | draagt een spoor; steekt niet ver voorbij de top van het scutum uit; met parallelle ribbels |
Tergoscutale flappen | : | met gele randen, geflankeerd door bruin en geel |
Habitat | : | (ondiep) sublitoraal; onder de onderste getijdenzone |
Vindplaatsen | : | veel op krabben, aangespoelde schelpen en op drijvende voorwerpen |
Verspreiding | : | Europese Atlantische kust van de Noordpool tot Frans/Spaanse grens, Noordzee en de westelijke Oostzee |
Evolutie | : | vermoedelijk ontstaan vanuit de gesteelde variant, de eendenmossels 2 |
Voortbeweging | : | leeft vastgehecht op een harde ondergrond 2 |
Voortplantingsorganen | : | Alle pokken hebben een penis en wel het, in verhouding, langste geslachtsorgaan van alle dieren. Als je vast gekit zit aan een ondergrond is het heel moeilijk om aan geslachtelijke voortplanting te doen. Met de lange penis reiken ze naar de pokken in de buurt. Als ze een exemplaar vinden dan is degene die de ander gevonden heeft en penetreert het mannetje. Het ontvangende exemplaar wordt dan het vrouwtje. 2 |
Nauplius fase | : | vrijzwemmend, lijkt dan nog erg op andere kreeftachtige larven. 2 |
Beschrijving | : | vrij levend 4 |
Cypris fase | : | Bij het kiezen van een vaste ondergrond worden de larven geleidt door een geurstof van andere pokken zodat ze zich vestigen in de nabijheid van anderen zodat geslachtelijke voortplanting mogelijk is. 2 |
Vrijzwemmend | : | ja 5 |
Kop | : | ja 5 |
Segment 2 | : | ja 5 |
Antennula | : | ja 5 |
Aantal | : | 2 5 |
Beschrijving | : | Worden in deze fase gebruikt om een substraat te vinden. Bij een geschikt substraat hechten de antennula zich aan het substraat. 5 |
Thorax | : | ja 5 |
Zwempoten | : | ja 5 |
Aantal | : | 12 5 |
Beschrijving | : | vrij levend 4 |
Volwassen fase | : | Vastzittend aan een ondergrond 6 |
Literatuur | : |
|
Bronnen | : |