Emplectonema Stimpson, 1857
- Biota - Animalia - Nemertea - Hoplonemertea - Monostilifera - Eumonostilifera - Amphiporina - Emplectonematidae| Grijze snoerworm (Emplectonema gracile) de keuze uit 1 soort |  |
| Lichaam | : | ja 1 |
| Vorm | : | langwerpig; cilindrisch of afgeplat; kunnen zich sterk samentrekken 1 |
| Structuur | : | zachte, gladde, slijmerige dieren 1 |
| Trilharen | : | over het gehele lichaam 1 |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja 1 |
| Proboscisslurf; een lange holle buis op de kop die gebruikt wordt voor prikken of het opzuigen van voeding | : | ja 1 |
| Beschrijving | : | ligt aan de rugzijde, apart van de darmwand; bevat soms een gifstekel; kan ook gebruikt worden om de prooi te wurgen 1 |
| Darmkanaal | : | rechtdoor tot aan de anus 1 |
| Voedsel | : | wordt in zijn geheel verzwolgen 1 |
| Eetgewoonte | : | rovers 1 |
| Geslacht | : | gescheiden 1 |
PilidiumLarve van de Nemertea | : | ja 1 |
| Beschrijving | : | larve leeft 2-4 weken in het plankton 1 |
| Regeneratie | : | ja 1 |
| Beschrijving | : | Ze hebben een groot regeneratie vermogen en bij verstoring breken ze makkelijk in fragmenten. De verschillende fragmenten kunnen opnieuw uitgroeien tot volwaardige snoerwormen. 1 |
| Websites | : | |
| Bronnen | : |