Overzicht | |
Soorten |
|
Determinatie | verschillende soorten worden het makkelijkst onderscheiden via de paletten |
Tijdvak | Vanaf het Krijt1 |
Bijzonderheden | Kleppen articuleren alleen door een knobbeltje aan de bovenrand van de linkerklep, hetgeen past in een corresponderende groeve van de rechterklep, en door een naar binnen springende knobbel aan de basis van de mediane zone in iedere klep.1 |
| |
De Schelp | |
Basis vorm | bolvormig1 |
Dikte | weinig of niet doorschijnend1 |
Bovenrand | achter en voor de top daalt deze met een concave bocht1 |
Voorrand | sterk gapend1 |
Achterrand | sterk gapend1 |
Apex | verdikt en naar binnen gebogen1 |
Periostracum | |
Periostracum kleur | grijs- of geelgroen1 |
Ostracum | |
Ostracum kleur | wit, soms geel naar roze neigend1 |
Ostracum structuur | kalkachtig of porcelein glanzend1 |
Area | 1. area prae-enterior grijpt sterk om naar mediane vlak; 2. area anterior dragen dicht met tandjes bezette richels; 3. area pre-mediana dragen dicht met tandjes bezette richels; area prae-enterior; 4. area mediana; 5. area post-mediana; 6. area posterior1 |
Binnenkant structuur | areas van de buitenzijde zijn ook te volgen aan de binnenkant, iets glanzend1 |
Umbonale holte | sterk gewelfd1 |
Apofyse | lang en smal, steunt de ingewanden en er hecht een deel van de voetspieren aan1 |
Slot | |
Ligament | nee1 |
Slottanden | 01 |
Mantellijn | nee1 |
Sluitspieren | |
Sluitspierindruksels | 21 |
Voorste sluitspierindruksel | klein, hecht aan de area prae-enterior1 |
Achterste sluitspierindruksel | groot, geheel inwendig, hecht aan de aurikel1 |
Accessorische schelpstukken | paletten |
Paletten functie | ze sluiten de gangen af nadat de siphonen ingetrokken zijn1 |
| |
Het Weekdier | |
Lichaam | de meeste soorten bekleden hun boorgang met een kalkkoker welke door de mantel wordt afgescheiden. Aan de voorkant is deze koker open zolang er nog geboord wordt. Als er niet meer geboord wordt door ouderdom of door ouderdom dan wordt het uiteinde afgesloten door een rond koepeltje1 |
Mantelrand | vergroeid op de opening voor de siphonen en de voet na1 |
Siphonen | 2, vrij lang, voor een klein deel aan de basis vergroeid zonder uitwendig zichtbare scheidingslijnen, voor het grootste deel gescheiden. Op de grens van de siphonen en de mantelholte steekt links en rechts uit de huid een palet, vrije uiteinden zijn omhuld door een fijne chitineuse of dun-verkalkte kokertjes ter bescherming van deze uiterst kwetsbare lichaamsdelen |
Instroomsipho | is bij vele soorten voorzien van kleine papillen, de rangschikking van deze papillen is karakteristiek voor de soort, de papillen voorkomen het instromen van te grote delen1 |
Uitstroomsipho | de papillen ontbreken1 |
Voet vorm | kort, cilindrisch, met breed uiteinde, dat als zuignap dienst doet1 |
Byssus | nee |
Radula | |
Kieuwen | smal en zo sterk in de lengte gestrekt dat ze tot bij de siphonen reiken1 |
Spieren | |
Voorste sluitspier | bij contractie bewegen de boven-voorrandden van de kleppen zich naar elkaar toe, daarbij opent zich de schelp1 |
Achterste sluitspier | bij contractie naderen de achterranden elkaar, hierdoor sluit de schelp zich1 |
Voortplantingsorganen | |
Mannelijke geslachtsklieren | geslachtsproducten worden vrij in het water vrij gelaten1 |
Vrouwelijke geslachtsklieren | eieren worden of vrij in het water los gelaten of nadat zij in een tussen de kieuwen van het moederdier zijn gedeponeerd, hier bevrucht en een tijdlang bewaard tot zij het veligerstadium bereikt hebben, daarna worden de larven vrij in het water gelaten (dit duurt 2-4 weken, afhankelijk van de weersgesteldheid)1 |
| |
Het leven | |
Larvale fase | hebben een vrij lange voet, voorzien van byssus |
Geslacht | hermaphrodiet, protandrisch, d.i. de geslachtsfasen wisselen elkaar af met een voorkeur voor het mannelijke geslacht1 |
Habitat | Leven in hout, gewoonlijk dood hout. Ook in kabels en touwen, of kurken, of ingegraven in zand. Van de laagwaterlijn tot enkele meters diep.1 |
Verspreiding | Alle zeeën der wereld, enkele soorten in brak en zoetwater, in India, Australië, Fiji eilanden, Afrika, Verenigde Staten. In de arctische en antarctische zeeën schaars, omdat de paalworm er 's winters bevriest.1 |
| |